Historie van Ruïne Ravesteyn
Heenvliet is één van de oudste stadjes op het eiland Voorne en heeft als eerste in Nederland een beschermd stadsgezicht gekregen. Heenvliet ligt aan de rivier de Bernisse die vroeger de Bornisse (Borne = grens) werd genoemd en eerder Wi(e)dele heette. Tegenwoordig beschouwen we de Bernisse als de oorspronkelijke monding van de Maas. De Bernisse was tot in de 15e eeuw een brede rivier tussen Heenvliet en Geervliet en het was de grensrivier tussen de graafschappen Holland en Zeeland. Voorne behoorde aan Zeeland en Putten met Geervliet behoorde aan Holland. De Bernisse vormde een waterververbinding tussen West-Frisia (het latere Holland) en Zeeland en Vlaanderen.
De polders van Heenvliet worden vanaf de 12e eeuw drooggelegd door monniken van de Vlaamse cisterciënzer abdij Ter Does. De oudste polder in het gebied van Heenvliet is het Schoutambt. Daartegen is Rijswaard in 1210 aangepolderd. In de loop der tijd ontstaat hierdoor een groter eiland, Voorne genaamd. De oudst bekende Heer van Voorne was Dirk I. Hij overleed in 1229. Dirk II gaf het gebied van Heenvliet als een aparte, vrije heerlijkheid uit aan zijn tweede zoon, Hugo. De oudste broer en opvolger in Voorne, Hendrik bevestigde dit in 1254. Na deze Hugo kwam er een Dirk van Heenvliet die kinderloos overleed en hij werd opgevolgd door zijn broer Hugo II van Heenvliet. In 1254 werd de “Heerlykheyt van Heenvliet” gesticht en door de Heer van Voorne beleend aan Jan van Heenvliet, tot dan ridder en heer van Bleydesteyn. Onder een latere opvolger verkreeg Heenvliet op 20 maart 1469 stadsrechten, waardoor Heenvliet gelijkgesteld werd aan Brielle en Geervliet. De heer van Heenvliet had veel rechten: vis- en jachtrechten, tolheffing en rechtspraak. Eén van de verkregen rechten was op het houden van een week- en jaarmarkt, waarmee de historie van de jaarlijkse Paardenmarkt is begonnen
Rond 1250 begint de nieuwe Heer Hugo van Heenvliet met de bouw van het Huys te Heenvliet, een versterkte stenen donjonvesting ter vervanging van zijn houten versterking. In dezelfde tijd bouwden familieleden in de omgeving eigen versterkte woontorens of “mottes”: Bleydestein, Wielesteyn, Blicksteyn en Leeuwensteyn. In de loop der tijd is hiervan alleen ruïne Ravesteyn als tastbaar bewijs overgebleven. Het is daarmee een van de zeer weinige bouwwerken uit de middeleeuwen in min of meer ongewijzigde staat.
Het Huys te Heenvliet, nu bekend als ruïne Ravesteyn is een rechthoekige bakstenen woontoren van 14 x 11 m, met op de hoeken uitspringende ronde torens. De muren op de begane grond zijn 2,3 m dik en op de verdieping 2m. Op de verdieping was een ruimte van 10 x 7 m met een grote schouw; daarboven waarschijnlijk een houten zolder met een dak. Halverwege de 14e eeuw is aan de oostkant een nieuwe vleugel aangebouwd en rond 1450 nog een uitbouw aan de zuidkant. Hiervan zijn alleen de funderingsmuurtjes nog te zien. Bijzonder is de ruimte boven de ingang, waar ooit een valhek heeft gezeten. De laaggelegen toegang met valhek is uniek voor dit soort versterkingen. Voordat het Huys samen met het toenmalige Wielesteyn (de voorloper van het middelste deel van het tegenwoordige Ambachtsherenhuis) in 1572 na de bevrijding van Den Briel door, naar nu algemeen wordt aangenomen,de Watergeuzen is geplunderd en in brand gestoken, was het al beschadigd door de Sint Elisabethsvloed in 1421 en ook in 1489 door brandschatting door troepen van Jonker Frans van Brederode tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Ook bij de inundatie door de Duitse bezetter op Voorne in 1944 en bij de watersnoodramp van 1953 stond de ruïne in het water en liep flinke schade op.

Afbeelding: Blik op Ravesteyn met de voeten in het water (februari 1953)
Kasteel Ravesteyn is ook bekend van de geschiedenis van Angelus Merula, een bekende priester die rond het jaar 1532 bekend stond als de “ketterse pastoor van Heenvliet”. Merula was een van de eerste Rooms Katholieke geestelijken die zich verzette tegen o.a. de heiligenverering in de Rooms Katholieke kerk en het verhaal wil dat hij hiervoor gevangen is gezet in Ravesteyn. Uiteindelijk is Merula tot de brandstapel veroordeeld en overleed hij vlak voor zijn terechtstelling in Bergen (Henegouwen) op 26 juli 1557.
Na 1572 is de ruïne niet meer herbouwd en raakte het steeds verder in verval; desondanks is het een van de best bewaarde kasteelruïnes in Nederland. Drie van de vier hoektorens staan na ruim zes eeuwen nog fier overeind. Het Ambachtsherenhuis met het landgoed waar in de ruïne ligt, gelegen aan de Markt, is thans in particulier bezit van de familie Lamaison van den Berg. Omdat Ravesteyn altijd in privébezit is geweest en nogal geïsoleerd ligt, is de ruïne niet verder gesloopt en relatief goed bewaard gebleven. De familie heeft in de periode 1960 - 1990 diverse historische onderzoeken en grootschalige restauratiewerkzaamheden laten uitvoeren.
Mede vanwege de hoge kosten van onderhoud is de ruïne in 2003 in eigendom overgedragen aan de Stichting Stede en Vrye Heerlykheyt, zoals gezegd met het doel de ruïne zo goed mogelijk te behouden voor de toekomst.

Afbeelding: Ruïne Ravesteyn voor de grote restauratiewerkzaamheden begin jaren zestig.
Onder beheer van de Stichting wordt de ruïne in een goede staat gehouden en worden er regelmatig restauratiewerkzaamheden uitgevoerd. In 2017 heeft de stichting ook de toegangsbrug naar de ruïne laten vernieuwen ( www.1meter98.eu/project/brug-bij-ruine-heenvliet )